Hub voor elektrificatie: elektrificatie kan ook worden geleerd op het greenfield

De ontwikkeling van de All Electric Society gedijt bij internationale en interdisciplinaire projecten. Een voorbeeld hiervan is de Electrification Hub aan de Universiteit van Mälardalen in Zweden: het samenwerkingsplatform heeft als doel expertise te bundelen om elektrificatie, het thema energie en elektromobiliteit in het licht van klimaatverandering, te stimuleren.

Als hoofd van de Hub Elektrificatie specificeert Mikael Hjorth nogmaals de doelstelling:

Een van de doelen van het werk is om de milieueffecten van het zware vrachtverkeer in Zweden te verminderen. De doelstellingen daar voorzien in een emissiereductie van 70 procent.

Daarnaast onderzoeken de deelnemende bedrijven en wetenschappers de energienetwerken tot in de afzonderlijke componenten. Volgens Hjorth bestrijkt het platform drie gebieden: Ten eerste kijken de deelnemers naar R&D-projecten en willen ze de innovaties daar opschalen. "Maar we doen het onderzoek niet zelf, we implementeren de projecten, testen ze en kijken hoe geëlektrificeerde machines de maatschappij en het betreffende gebied en het lokale of regionale energie- en transportsysteem beïnvloeden,” legt de platformmanager uit.

Het tweede gebied is bedrijfsontwikkeling, dat vooral innovatieve bedrijven en start-ups stimuleert. Hiertoe faciliteert de hub samenwerkingen met grotere bedrijven. Het derde gebied omvat de bevordering van talent en de ontwikkeling van vaardigheden. Een van de bedrijven die de hub ondersteunt is HARTING. Zij zijn hier actief naast bekende industriële bedrijven zoals Hitachi, Volvo, ABB, Alstom en Northvolt en zijn gezamenlijk op zoek naar innovaties op het gebied van algemene elektrificatie.

Een van de huidige projecten betreft een transformerende stad. Daar zijn nieuwe transportoplossingen gepland. Volgens Hjorth vereist dit nieuwe energiesystemen en geëlektrificeerde graafmachines en vrachtwagens om de lijnen aan te leggen. "Kunnen we dit implementeren met het bestaande elektriciteitsnet? Of moeten we het optimaliseren?" is een belangrijke vraag. Naast technische aspecten zijn er nieuwe manieren van werken die invloed hebben op alle fasen, van bouw tot gebruik: "Bouwmachines moeten bijvoorbeeld 's avonds laat worden gebruikt voor de bouw, omdat er dan energie beschikbaar is," legt de mobiliteitsexpert uit.

De horizon reikt echter veel verder dan Zweden en toont de nabijheid van de All Electric Society, waarvoor Mikael Hjorth twee drijfveren ziet: de duidelijk aanwezige klimaatverandering en de grote taak om elektriciteit voor iedereen toegankelijk te maken. "Dit moet helpen om veerkrachtige samenlevingen op te bouwen waarin mensen kunnen werken en leven."

Als we kijken naar internationale projecten, zoals in de VS en India, wordt duidelijk hoe groot de verschillen zijn, zelfs in de opstartfase. Terwijl in westerse samenlevingen, zoals in Europese landen, de nadruk ligt op een soort verandermanagement voor meer duurzaamheid, zijn de omstandigheden in groei- en ontwikkelingslanden anders: daar is het mogelijk om te beginnen op een groen veld, zonder hindernissen zoals bestaande centrale elektriciteitsnetten. Dit biedt meer beweegruimte voor oplossingen in ontwikkelingslanden, die enorm verschillen van die in de westerse wereld. Door naar nieuwe oplossingen te kijken, kunnen we veerkrachtiger worden en ons aanpassen aan de toenemende elektrificatie in het vervoer, in de industrie, maar ook in woningen en steden.